cal20210902

Donderdag 2 september 2021

Omdat ik mij met het samenstellen van de bundel Hermans honderd gemanifesteerd heb als Hermansdeskundige mocht ik eergisteren aanwezig zijn bij de onthulling van de gedenksteen voor Willem Frederik Hermans in de Nieuwe Kerk te Amsterdam. Veel tamtam en officiële praatjes en ‘iedereen’ was er. Het stoffelijk overschot van Hermans is hier in Utrecht gecremeerd en de as is uitgestrooid bij het crematorium – boven zee zou misschien nog niet passender zijn geweest voor Hermans – er is dus geen graf, zelfs geen urn, waar Hermans-adepten hun held kunnen eren, maar nu dus wel een steen in de Nieuwe Kerk. Die gedenksteen ligt daar bij die van Hella Haasse en Johan Huizinga. Ook Multatuli schijnt er eentje te hebben, maar die heb ik niet gezien. Het was ongetwijfeld Hermans’ uitdrukkelijke wens gecremeerd te worden, opdat het enige dat van hem rest zijn oeuvre zou zijn. Het lijkt mij zeer de vraag of Hermans zo’n steen op prijs zou stellen. Maar hij is dood, al vierentwintig jaar, en heeft dus niets meer in te brengen.

Gisteren, precies honderd jaar na de geboorte van WFH, is in Den Haag Hermans honderd gepresenteerd, een feestbundel met bijdragen over zijn leven en werk. Co-redacteur Jan Wim en ik zijn er behoorlijk druk mee geweest het afgelopen jaar en het resultaat mag er zijn, als je het mij vraagt. Hilarische verslagen als dat van Ad Franssen over het verwende diva-gedrag van Hermans bij de opnamen van een documentaire in Parijs worden afgewisseld met degelijke studies als die van Willem Otterspeer over de verhouding Vestdijk-Hermans. En van alles daar tussenin.

Ik heb de etalage vol gelegd met boeken van en over WFH, met ons boek ertussen. Het hele komende jaar is uitgeroepen tot Hermansjaar. Zou men nog weten wie hij was? En wil men nog Hermans kopen? We zullen zien…

Plaats een reactie

Item toegevoegd aan winkelwagen.
0 items - 0,00